1.1 De vaktherapeut heeft met de cliënt een vertrouwensrelatie. Uit de behandeling verkregen kennis valt onder de geheimhoudingsplicht. Bij aanvang van de behandeling wordt de cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) ervan op de hoogte gebracht dat het beroepsgeheim kan worden doorbroken bij dreigend gevaar of aanhoudende schade. In dat geval wordt voorrang gegeven aan het recht van de cliënt om te worden beschermd tegen iedere vorm van geweld, misbruik en verwaarlozing.
1.2 De vaktherapeut zorgt ervoor dat anderen geen kennis kunnen nemen van wat er in de behandelruimte plaatsvindt, tenzij de cliënt schriftelijk heeft toegestemd dat anderen de behandeling of delen daarvan mogen waarnemen, direct via doorkijkwand dan wel audio-, video-/film- en computerregistratie. De cliënt kan die toestemming op elk moment intrekken. De toestemmingsverklaring wordt opgenomen in het dossier.
1.3 Mondelinge toestemming van de cliënt is nodig voor het aanwezig blijven van materiaal van een cliënt na de therapiesessie in de behandelruimte, in zodanige vorm dat andere cliënten of relevante derden daarvan kennis kunnen nemen.
1.4 De vaktherapeut verstrekt geen gegevens over de cliënt aan niet bij de behandeling betrokkenen zonder schriftelijke toestemming van de cliënt. Dit geldt ook voor audio-, video-, film-, en computerregistraties, beeldend werk, computergegevens en dergelijke tenzij hij als gevolg van wettelijk voorschrift tot gegevensverstrekking verplicht is. De cliënt kan die toestemming op elk moment intrekken.
1.5 Als de cliënt schriftelijk toestemming geeft, kan uitsluitend ten behoeve van de behandeldoelen informatie worden ingewonnen bij/doorgegeven aan andere vooraf genoemde hulpverleners en/of instanties. Beroepscode voor de Vaktherapeutische Beroepen.
1.6Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht:1.6.1 Bij het ontbreken van toestemming van de cliënt om informatie aan derden te verstrekken, kan de vaktherapeut zich pas dan ontheven achten van de plicht tot geheimhouding wanneer ten minste voldaan is aan al de vijf hieronder genoemde voorwaarden:
1.6.2 Als de vaktherapeut bij de rechter moet getuigen of vragen moet beantwoorden die in strijd zijn met de geheimhouding, dan moet hij zich beroepen op het verschoningsrecht. Wanneer de rechter het verschoningsrecht niet toestaat, dan beperkt de vaktherapeut zich tot de feitelijke informatie en uitsluitend tot die informatie waarom gevraagd wordt. Hij geeft geen waardeoordeel over de cliënt.
1.6.3 Ten behoeve van intervisie of supervisie mag de vaktherapeut geanonimiseerde cliëntgegevens verstrekken aan en bespreken met anderen, bijvoorbeeld voor opleidingsdoeleinden (met een stagiaire).
1.6.4 Informatie over de cliënt mag alleen in publicaties, lezingen of onderwijs worden verwerkt, als deze tevoren redelijkerwijs onherkenbaar en onherleidbaar is gemaakt. De vaktherapeut blijft verantwoordelijk voor het anonimiseren van het materiaal.
1.6.5 De vaktherapeut draagt alleen herkenbaar materiaal over aan de onderzoeker (of docent of publicist), nadat hij ; a) artikel 3.4. in acht heeft genomen en b) van de onderzoeker (c.q. docent of publicist) een schriftelijke verklaring ontvangen heeft dat hij het onherkenbaar maken op adequate wijze zal uitvoeren en dat hij ook in bredere zin de voorschriften aangaande het bewaren van vertrouwelijkheid in de geest van deze code in acht zal nemen. De onder a en b genoemde verklaringen dienen te worden opgenomen in het dossier.
1.7Digitale communicatie
1.7.1 Bij digitale communicatie zijn de vaktherapeute en de cliënt en/of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) ieder voor zich verantwoordelijk voor het eigen aandeel met betrekking tot het waarborgen van de vertrouwelijkheid door het (doen) treffen van de noodzakelijke technische maatregelen.
1.7.2 De vaktherapeut draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor het aan cliënten en/of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) verschaffen van heldere informatie over digitale communicatie, in het bijzonder de risico’s van elektronisch gegevensverkeer. De vaktherapeut geeft in dit kader onder meer aan op welke wijze de vertrouwelijkheid van de communicatie en van de behandelingsinformatie is gewaarborgd. Beroepscode voor de Vaktherapeutische Beroepen.
1.8.Dossierbeheer en inzagerecht 1.8.1. De vaktherapeut die een eigen praktijk voert, zorgt voor een systematische dossiervorming van voor de behandeling relevante stukken en bewaart deze met inachtneming van de Wet op Geneeskundige Behandelingsovereenkomst en de Wet Bescherming Persoonsgegevens. (artikel 454 WGBO). Hierbij valt te denken aan NAW gegevens (naam, adres, woonplaats), intake, observatieverslag, vaktherapeutisch behandelplan, voortgangsverslagen, evaluatie. Een en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk is.De vaktherapeut maakt gedurende de behandeling werkaantekeningen. Persoonlijke werkaantekeningen behoren niet tot het dossier echter worden wel bewaard met inachtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
1.8.2 Voor het dossierbeheer en het inzagerecht gelden de richtlijnen van de Wet op Geneeskundige Behandelovereenkomst en de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De bewaartijd (artikel 454 WGBO) voor het dossier is minimaal 20 jaar te rekenen vanaf het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit.
De vaktherapeut vernietigt de gegevens uit het dossier na een daartoe strekkend schriftelijk of elektronisch verzoek van de patiënt (artikel 455 WGBO) Dit geldt niet voor zover het verzoek gegevens betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt, alsmede voor zover het bepaalde bij of krachtens de wet zich tegen vernietiging verzet.
1.8.3 De vaktherapeut verstrekt aan de patiënt desgevraagd inzage in en afschrift van de gegevens uit het dossier. Aanbevolen wordt de inzage plaats te laten vinden in aanwezigheid van de therapeut, waarbij hij mondelinge uitleg kan geven. De verstrekking blijft achterwege voor over dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander. (artikel 456 WGBO) De cliënt heeft recht op een kopie van het dossier tegen een redelijke vergoeding. Persoonlijke werkaantekeningen behoren niet tot het dossier en zijn dien zake niet ter inzage.
1.8.4 De vaktherapeut legt over de (voortgang van de) behandeling rekenschap af aan de cliënt.
1.9Klachtenregeling.
Met ingang van 1 januari 2017 moeten alle zorgverleners in Nederland voldoen aan eisen die in het kader van de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz) worden gesteld. Ook mijn praktijk voldoet aan deze eisen. Graag leg ik kort uit wat dit betekent. Het kan voorkomen dat u als cliënt van mijn praktijk een klacht heeft over de geboden zorg. Mijn voorkeur gaat er naar uit dat u deze klacht rechtstreeks met mij bespreekt. Mocht u dat om welke reden dan ook niet prettig vinden, dan bieden wij/ bied ik u aan om gratis gebruik te maken van een onafhankelijke klachtenfunctionaris . Iedereen die rechtstreeks betrokken is bij de gegeven behandeling en hierover niet tevreden is kan een klacht indienen. Dit kan door een mail te sturen naar klacht@vaktherapie.nl of een brief naar FVB, Fivelingo 253, 3524 BN Utrecht. In het klaagschrift dient het volgende beschreven te worden;
geenheel kleinkleinmiddelgrootgrootheel groot
Na binnenkomst van de klacht zoekt de ambtelijk secretaris samen met de voorzitter een klachtencommissie bij elkaar. Deze bestaat uit de voorzitter en 2 leden waarvan minimaal 1 lid van dezelfde beroepsvereniging als de beklaagde. De klachtencommissie vraagt de beklaagde om schriftelijk te reageren op de klacht. De commissie kan desgewenst getuigen horen of nadere informatie inwinnen en een hoorzitting organiseren. De uitspraak volgt binnen 6 maanden.
Copyright © Alle rechten voorbehouden